Ericsson type 1951

Het type 1951 van Ericsson was het eerste toestel dat voldeed aan de PTT Norm ’51.
Zie voor meer informatie over Norm ’51 deze pagina.
Zoals het typenummer al doet vermoeden, werd het toestel geïntroduceerd in 1951. Het model lijkt behoorlijk op zijn voorgangers, het type 1949 en model 1931. De bakelieten behuizing was eerder al in Zweden ontworpen. Dit scheelde natuurlijk weer in de ontwikkelingskosten voor de Nederlandse vestiging van Ericsson.
Alle elektrische onderdelen m.u.v. de kiesschijf zijn gemonteerd op een stalen bodemplaat. De telefoon zit niet overdreven moeilijk in elkaar, de constructie is simpel en overzichtelijk van opzet. Het geheel is een mooi stukje Europees design, simpel maar toch elegant. Ik vind het in ieder geval een mooie telefoon.

Wat betreft de uitrusting van de telefoon, die was beperkt. Er zit geen handgreep op, waardoor het verplaatsen van het toestel niet vanzelf gaat. Kort gezegd heeft deze telefoon van oorsprong maar één doel, of eigenlijk twee; bellen en gebeld worden.

Uitvoeringen
Voor bedrijven met een eigen centrale werd het type 1951 voorzien van een witte aardtoets. Het zwarte exemplaar op de foto’s hierboven heeft dit niet, de witte exemplaren hieronder hebben de toets wel. Het type 1951 werd in de kleuren zwart, ivoorwit en later ook helder wit gemaakt. Er bestaan zowel tafel- als wandtoestellen van. Van de wanduitvoering zijn ook witte exemplaren gemaakt, in goede staat komen die niet zo veel meer voor.

Voor de witte toestellen werd absoluut geen reclame gemaakt, omdat destijds de standaard toegelaten kleur voor telefoons zwart was.


Van het type 1951 bestaat ook een Lokaal Batterij (LB) uitvoering, bestemd voor militaire doeleinden. Deze heeft een handgenerator en een batterijenkast voor de microfoonvoeding.


Trivia
Oorspronkelijk hebben deze toestellen snoeren met een katoenen buitenmantel. Deze snoeren raakten door gebruik en veroudering relatief snel versleten. Daarom werden in de loop van de jaren 60 af fabriek vinyl snoeren gebruikt. Later werden snoeren bij oudere toestellen vervangen door de Centrale Werkplaats der PTT (CWP), tijdens een revisiebeurt.

