PTT Norm 51

In 1951 werd de PTT Norm 51 geïntroduceerd om de gesprekskwaliteit te optimaliseren. Ook werden de luidheidsverschillen tussen de verschillende merken telefoontoestellen en centrales vlak getrokken. Het bestaat uit een toestelcircuit met vast omschreven componenten.

Norm 51 toestel van Standard Electric

De norm is afgesteld op het Nederlandse grondkabel netwerk, welke een impedantie heeft van 800 Ohm. Dat betekent ook dat de microfoons en telefoons van de toestellen hierop zijn ontwikkeld. De Norm 51 is nog tot in de jaren 80 gebruikt, in de Unifoon en Diavox toestellen. Tussentijds werd het lijnbalanscircuit verbeterd (1974, extra condensator en weerstand).

Schema Norm 51 toestel (T65)

Ook betekende Norm 51 standaardisatie van de microfoon-, telefoonkapsels, snoeren en microtelefoons. Dat zorgde ervoor dat deze onderdelen uitwisselbaar waren, wat met de T65 tot op componentniveau werd doorgezet zodat servicewerkzaamheden nog efficiënter werden. We mogen best trots zijn op het Norm 51 circuit, aangezien het voor uitstekende nationale spraak- en ontvangstkwaliteit zorgde. Ook sluit het vrijwel naadloos aan op de Europese EC en ITU-normen, waardoor de oude PTT toestellen nog steeds te gebruiken zijn.

Norm 51 schildje op een PTT toestel

Toestellen met Norm 51 circuit

– Ericsson type 1951 en type 1957

– Standard Electric (NSEM) type 1954 en Basa Norm 51

– Heemaf type 1952  en type 1955

– Tafeltoestel T65, wandtoestel W65, serietoestel S65 en inbouwtoestel I65

– Ericsson Diavox en NSEM (ITT) Unifoon